Gepubliceerd op 29-11-2018

Schitteren

betekenis & definitie

Schitteren - (schitterde, heeft geschitterd), een sterk glinsterend licht verspreiden, glinsteren, flikkeren, stralen, blinken: de zon schitterde mij in de oogen; zijne oogen schitteren van pleizier; het gepoetste koperwerk schittert u tegen;

— (fig.) pralen, uitblinken; door schoonheid, geestigheid, verstand schitteren; de deugd schittert meest in tegenspoed. SCHITTERING, v. (-en), het schitteren, straling; flikkering; praal.