Synoniemen zoeken
Synoniem van schitteren
Synoniem van 'n ander trefwoord
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Schitteren
Veel licht van zich geven. Glanzen wordt gebruikt van elk voorwerp dat lichtstralen gelijkmatig afwerpt; heeft er bij de uitstrooming der lichtstralen schittering plaats, dan gebruikt men een der andere woorden. Van deze uitdruk¬kingen is blinken de zwakste; het wordt schier uitsluitend gezegd van het glanzen door een levendig, nog min of meer gelijkmatig teruggekaatst licht. Het is niet al goud, wat er blinkt. De andere woorden zien op de uit¬straling van eigen licht, of ten minste van een licht, dat met zooveel kracht wordt teruggeworpen, dat het weerkaatsend voorwerp met een zelflichtend gelijk staat. Daarbij moet het licht niet met een gelijkmatigen stroom, maar als met schokken of golven, het oog treffen. Haar luister blinkt alom, ja schittert ons in de oogen. De sterren flikkeren, fonkelen, flonkeren. Een diamant fonkelt. De glimworm glinstert in het duister. Tintelen wordt soms gevonden in de beteekenis van sterk vonkelen. "Het tintlend licht der sterrevieren." Overdrachtelijk wordt vonkelen door fonkelen vervangen: Zijne oogen fonkelden van vreugd. Eigenlijk moest, naarde uitspraak oordeelende, in beide gevallen fonkelen geschreven worden.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
schitteren
schitteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: schit-te-ren
1. felle lichtjes uitstralen die bewegen
♢ de diamant schitterde in de zon
2. opvallen en bewonderd worden
♢ ze schitterde weer op het feest van de club
1. schitteren door afwezigheid
[er niet zijn]
Regelmatig werkwoord: schit-te-ren
ik schitter
jij/u schittert
hij/zij schittert
wij/zij/jullie schitteren
ik/jij/u/hij/zij schitterde
wij/zij/jullie schitterden
hij heeft geschitterd
schitterend, schitterende
Synoniemen
flonkeren, fonkelen, glinsteren, sprankelen