Gepubliceerd op 01-09-2018

Blinken

betekenis & definitie

BLINKEN, (blonk, heeft geblonken), glans van zich geven alles blinkt er (van reinheid); er blonk geen lichtje in de duisternis; de sterren blinken; in hare oogen blonken tranen;

— (fig.) zijn aangezicht blonk van vreugde;
— het is niet alles goud wat er blinkt, alles wat fraai schijnt, is daarom niet echt;
— (gew.) (schoenen) doen blinken, poetsen: hebt gij mijne schoenen dl geblonken ?

< >