Scherven - (scherfde, heeft gescherfd), splijten, brokkelen : de pot begint te scherven, brokjes verglaassel beginnen los te laten;
— kerven, klein snijden in den scherfmolen; (grondw.) fijn verdoelen : de grondaanvulling achter bekleedingsmuren moet geschieden in dunne lagen, goed aangestampt, nadat de grond is fijn gescherfd.