Schaamachtig - bn. bw. ( er, st), vol eerbaarheid, kuisch; een meisje moet schaamachtig zijn;
— verlegen, bedeesd : hij is zoo schaamachtig als een jong meisje. SCHAAMACHTIGHEID, v. bedeesd-, beschroomdheid.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: