Gepubliceerd op 29-11-2018

Roosten

betekenis & definitie

Roosten - (roostte, heeft geroost), op den rooster bruin braden: geroost brood;

zijn gezicht is van de zon geroost, donkerbruin geworden, verbrand;
— steenachtige ertsen roosten, ze in ovens aan hitte blootstellen, gedeeltelijk om de stukken murw te maken, gedeeltelijk om er vluchtige stoffen (water, koolzuur, zwavel) uit te verdrijven. ROOSTING, v. (-en), het roosten; het braden op den rooster.