Pekelharing - m. (-en), (v. gmv. als stofn.) gepekelde haring, zoute haring;
— (w. g.) (fig.) grappenmaker; magere snoeshaan;
...HOER, v. (-en), oude, afgeleefde lichtekooi;
...NAT, o. zoutvocht; (fig.) (dicht.) de zee, oceaan;
...SAUS, v. (-en), zoute saus;
...SCHUIM, o. schuim van pekel; (fig.) het schuim der baren;
...SPEK, o. spek dat in de pekel gelegen heeft;
...VELD, o. (fig.) de zee;
...VLEESCH, o. ingezouten vleesch;
...WAGEN, m. (-s), bijzondere wagen eener trammaatschappij, om de rails van sneeuw en ijs te ontdoen, door er pekel op te laten droppelen;
...WORST, v. (-en), gezouten worst.