Gepubliceerd op 22-11-2018

Opendoen

betekenis & definitie

Opendoen (deed open, heeft opengedaan), openen : de deur, het raam, een boek opendoen;

— een boekje van iem. opendoen, zich veel over hem beklagen;
— hij deed geen mond open, hij sprak geen woord;
— na 10 uur wordt hier niet meer opengedaan, blijft de deur gesloten.

< >