Oorlogsdaad v. (...daden), elke handeling die in den oorlog verricht wordt, plaats heeft; (inz.) eene heldhaftige daad in den oorlog, heldenfeit, wapenfeit;
...DONDER, m. (-s), de donder van het geschut in den oorlog;
...FAKKEL, v. (-s), (dicht.) eene fakkel die den oorlog doet ontbranden: de oorlogsfakkel uitblusschen;
...FEIT, o. (-en), een feit in den oorlog verricht, waarmede men zich onderscheidt;
...GEBRUIK, o. (-en), eene van oudsher bestaande gewoonte bij het oorlogvoeren, die door het oorlogsrecht nog niet als bindend erkend of nog niet verboden is;
...GERUCHT, o. (-en), gerucht betreffende een aanstaanden oorlog;
...GEVAAR, o. (...varen), gevaar voor oorlog, de mogelijkheid dat uit bepaalde omstandigheden oorlog zal voortkomen; het gevaar (voor het leven) dat de oorlog oplevert;
...GEWELD, o. het geweld dat men in den oorlog gebruikt.