Gepubliceerd op 01-11-2018

Ontschieten

betekenis & definitie

(ontschoot, is ontschoten), ontglippen, ontglijden, ontvallen: de ring ontschiet haar vingren; het boek ontschoot aan mijn hand;

ontsnappen : de stervenskreet die de borst ontschiet;
— uit het geheugen verdwijnen : zijn naam is mij ontschoten;
— het verstand te boven gaan: hij kwelt zich over ’t middel niet, ofschoon hem ’t gansche Hoe ontschiet;
— buiten gis gaan, anders zijn dan men dacht, verbazen, verwonderen : ’t zou me erg ontschieten als er geen vlugge kop op zat;
— te loor gaan : hij gaf het op, toen hem de kans ontschoot.

< >