Gepubliceerd op 01-11-2018

Onthaal

betekenis & definitie

o. de ontvangst van iem. als gast, (ook) de spijs en drank waarop men hem vergast: het ongastvrije onthaal dat hen ten deel viel;

bejegening; dit onthaal maakte de Engelsman inderdaad gedwee;
— een goed onthaal vinden, van iem. die een verzoek, een aanzoek doet dat gunstig wordt opgenomen, ook van het aanzoek zelf: zijn woorden vonden een goed onthaal, werden gunstig opgenomen; zijn boeken vonden een goed onthaal, werden geprezen.

< >