Gepubliceerd op 01-11-2018

Onheilig

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st), ongewijd, profaan : om onderscheid te maken tussen het heilige en onheilige;

niet vroom, ongodsdienstig, goddeloos : de onheilige volkswoede spaarde soms de gewijde plaatsen niet;
— onrein, onkuis : met verdubbelde gloed blaakte het onheilig vuur in zijn ogen. ONHEILIGHEID, v.

< >