Wat is de betekenis van Gloed?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gloed

gloed - Zelfstandignaamwoord 1. de -al of niet zichtbare- straling die uitgaat van een heet voorwerp Hij warmde zich aan de gloed van het kampvuur.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gloed

gloed - zelfstandig naamwoord 1. weerspiegeling van een glad oppervlak ♢ zijn ogen hebben een vurige gloed Zelfstandig naamwoord: gloed de gloed Synoniemen glans

2024-04-19
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gloed

Tot houtskool gebrand zaagsel, waar in ovens de gassen uitgebrand (gestookt) werden, zodat eigenlijk een zeer fijne houtskool ontstond, die zeer lang nagloeide en geschikt was als warmtebron in een komfoor of de test van een stoof. In 1941 was in Nederland nog één gloedfabriek aanwezig, die stond in het Westzijderveld te Zaandam en be...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gloed

hitte, warmte; vuur, besieling, krag, hartstog; glans.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gloed

s., gloed(e), glim, gleonte, gleonens.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gloed

m. (hitte, uitstralende warmte; fig. bezieling, kracht): de gloed der zon; de gloed der gezondheid; de gloed ligt er nog op, glans; de gloed der jeugd, levenskracht; iets met gloed verdedigen, in gloed raken, vuur, bezieling; een gloed van kleuren, koloriet.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gloed

m. [gloeien] I. Eig. hitte: de der zon. II. Metn. 1. [oorsprong van I] vuur: de niet kunnen blussen. 2. [gevolg van I] afschijnsel van een vurig of lichtgevend voorwerp: de van een brand. III. Metf. 1. [van II 1] a. uitstralende kracht: wat een in zijn ogen! b. bezieling: iets met verdedigen; in geraken. 2. [van II 2] a. frisse heldere kleur...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gloed

m., 1. hitte, warmte die van een vurige massa uitstraalt: de felle van het brandende huis; de van de zon; (ook metonymisch) ’s levens 2. (fig.) vuur, bezieling, vervoering: in geraken; hij sprak met -, met vuur, hartstochtelijk; de van de hartstocht; afschijnsel van vurige of lichtgevende voorwerpen: de van de brand was uren ver te zien; de...