onheilig
onheilig - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet heilig. Woordherkomst Afgeleid van heilig met het voorvoegsel on-. Antoniemen heilig
Wiktionary (2019)
onheilig - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet heilig. Woordherkomst Afgeleid van heilig met het voorvoegsel on-. Antoniemen heilig
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. ongewijd, profaan: om onderscheid te maken tussen het heilige en onheilige. 2. niet vroom, goddeloos: de onheilige volkswoede spaarde soms de gewijde plaatsen niet. 3. onrein, onkuis: met verdubbelde gloed blaakte het onheilig vuur in zijn ogen.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (1 profaan; 2 goddeloos, laag): 1 het onheilige en het heilige; 2 de onheilige woede des volks; zijn ogen blaakten van een onheilig vuur, een onreine hartstocht.
Jozef Verschueren (1930)
(on'heiləch) bn. en bw. (-er, -st) 1. ongewijd, profaan : ’t -e dat het heilige onteerde. 2. goddeloos : de -e woede van het volk spaarde de heilige plaatsen niet. 3. onrein, onkuis : hij wierp haar een -e blik toe.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), 1. ongewijd, profaan: het heilige en onheilige; 2. goddeloos, laag: de onheilige volkswoede.
J.H. van Dale (1898)
bn. bw. (-er, -st), ongewijd, profaan : om onderscheid te maken tussen het heilige en onheilige; — niet vroom, ongodsdienstig, goddeloos : de onheilige volkswoede spaarde soms de gewijde plaatsen niet; — onrein, onkuis : met verdubbelde gloed blaakte het onheilig vuur in zijn ogen. ONHEILIGHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: