Gepubliceerd op 01-11-2018

Onbevaarbaar

betekenis & definitie

bn. niet bevaarbaar: deze rivier is gedurende den zomer onbevaarbaar; (w. g.) voor de vaart ongeschikt, onbruikbaar, onzeewaardig: een onbevaarbaar schip. ONBEVAAR-BAARHEID, v. de ongeschiktheid om bevaren te worden; (van schepen) onbruikbaarheid, onzeewaardigheid.

< >