bn. bw. niet beschreven kunnende worden, niet geschikt om er op te schrijven, (w. g.): dat papier vloeit en is volstrekt onbeschrijfbaar; niet vatbaar voor beschrijving, zoo vreemd of zoo eigenaardig, dat er geene juiste beschrijving van te geven is, (bij uitbr.) niet te beschrijven, alle beschrijving te boven gaande, zoo groot, zoo heerlijk of zoo innig, dat het zich niet naar waarheid beschrijven laat: een onbeschrijfbare droom, zoo verward of vreemd dat hij niet te beschrijven is; dat onbeschrijfbaar gevoel van bemind te worden; eene onbeschrijfbare geestdrift teweegbrengen;
— bw. van wijze, op eene wijze die niet beschreven kan worden;
— bw. van graad, in eene mate die zich niet laat beschrijven, in de hoogste mate, buitengewoon, bijzonder, uiterst: die onbeschrijfbaar liefelijke lach; vader! uwe belofte heeft mij zoo onbeschrijfbaar gelukkig gemaakt. ONBESCHRIJFBAARHEID, v.