bn. (van pers.) niet beëedigd, niet door een eed gebonden, t. w. tot het nakomen van zekere verplichtingen, waartoe men zich bij het zweren van den eed verbindt: een onbeëedigde klerk;
— (van zaken, t. w. verklaringen enz.) niet door een eed gestaafd, niet bevestigd door het zweren van den vereischten eed: personen, die onbevoegd zijn om als getuigen op te treden, mogen onbeëedigde verklaringen afl eggen.