bn. bw. niet bedekt: den hals onbedekt dragen;
— bw. van wijze, op onbedekte, onverholen wijze, rond en open, onbewimpeld, zonder er doekjes om te winden : ik heb het hem onbedekt gezegd. ONBEDEKTHEID, v.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: