Gepubliceerd op 01-11-2018

Omsteken

betekenis & definitie

(stak om, heeft omgestoken), anders steken, inz. als het niet goed is vastgestoken ; ik ben bang dat het kind zich aan de spelden bezeeren zal, ge moest die even omsteken;

— (van granen) ze omwerken, omzetten : het koren begint te broeien, het dient hoognoodig omgestoken te worden;
— (Zuidn.) omspitten : een akker omsteken;
— met een scherp voorwerp omversteken : de tuinman heeft de stekjes met zijn spa omgestoken;
— in of op iets omsteken, er hier of daar in of op steken : kind, steek toch met die schaar niet zoo op tafel om;
— door het vooruitsteken van de hand en het laten raden naar den inhoud bepalen, wie van twee personen iets hebben zal, wie met iets beginnen zal (bij spelen) enz. : we zullen omsteken wie het stuk koek krijgt.

< >