Gepubliceerd op 27-09-2018

Natie

betekenis & definitie

v. (-s, ...tiën), alle menschen die oorsprong, taal, zeden enz. gemeen hebben; volk, volksstam : de Hollandsche natie; (gemeenz.) hij is van de natie, hij is een jood;

— (Zuidn.) veem, vennootschap tot het lossen en laden der goederen enz.; gebouw waar het kantoor en de stallen van het veem zijn.