VEEM - v. o. (-en), (oudt.) eene vereeniging menschen van dezelfde soort, partij: eene groote veem ketters; de veem der zanggodinnen; veemgericht;
— (nog) vennootschap tot het opslaan van goederen : het veem der klapmutsen en het veem der blauw- of roodhoeden te Amsterdam.