Gepubliceerd op 19-09-2018

Maaien

betekenis & definitie

Maaien (maaide, heeft gemaaid), met eene zeis afsnijden het gras, het koren moet gemaaid worden; (fig.) oogsten gij zylt zaaien, maar niet maaien;

— (spr.) men moet zaaien wil men maaien, zonder arbeid krijgt men niets;
—zoo gezaaid wordt zal gemaaid worden, zoo wat de mensch zaait zal hij maaien, men zal loon naar werk ontvangen;
— wie wind zaait zal onweer (storm) maaien, wie kwaad doet, kwaad ontmoet;
— (fig.) wegrukken de dood maaide vele jonge levens weg;
— maaivoeten, zie aldaar;
— (fig.) maaien mei de armen, er mee schermen.