Gepubliceerd op 19-09-2018

Logeeren

betekenis & definitie

Logeeren (logeerde, heeft gelogeerd), iem. tijdelijk huisvesten ik kan u op 't oogenblik niet logeeren; tijdelijk zijn intrek nemen: ik logeer daar gewoonlijk bij een vriend;

— (Zuidn.) in den hond gelogeerd zijn, hetzelfde als in den aap gelogeerd zijn, zie AAP.

< >