Lijnrecht bn. bw. recht als eene lijn, recht opstaande, loodrecht: deze hoornen groeien bijna lijnrecht omhoog; onder den evenaar werpt de zon hare stralen soms lijnrecht naar beneden;
— rechtstreeksch dat is lijnrecht tegen mijn bevel in gehandeld; dat is lijnrecht in strijd met uwe bewering.