Gepubliceerd op 24-02-2020

Lens

betekenis & definitie

Het begrip lens heeft 4 verschillende betekenissen:

1. lens - LENS, bn. ledig, zonder vocht: de pomp is lens, geeft geen water; het ruim werd met de stoompomp van het schip zelf weer lens gepompt, leeggepompt;
— (w. g.) de flesch is lens, is leeg;
— (fig.) hij is lens, hij heeft al zijn geld verloren.

2. lens - LENS, v. (-en), eene soort van harpoen (van de walvischvangers);
— (rijt.) pen, spie (van de wagenas,) ook luns gezegd.

3. lens - LENS, v. (lenzen), linze.

4. lens - LENS, v. (lenzen), (nat.) doorzichtig lichaam, begrensd door twee bolvormige oppervlakken, of door een bolvormig en een plat oppervlak: bolle of convergeerende lenzen, in het midden dikker dan aan de kanten;
— holle of divergeerende lenzen, in het midden dunner; (ontl.) lens van het oog, kristallens;
— lens van een slinger, lensvormige schijf.