Gepubliceerd op 24-02-2020

Koets

betekenis & definitie

Het begrip koets heeft 2 verschillende betekenissen:

1. koets - v. (-en), een groote overdekte wagen voor menschen om er in te rijden, b. v. postkoets; inz. een sierlijk bewerkte wagen, welks geheel bedekte en rondom gesloten kast op riemen of stalen veeren hangt: eene koets voor twee, voor vier personen; met of in eene koets rijden; koets en paarden houden, rijtuig houden, en dus zeer rijk zijn;
— (spr.) door zijn geweten kan wel eene koets met vier paarden rondrijden, zijn geweten is zeer ruim;
— (dicht.) wagen: de koets van den zonnegod. KOETSJE, o. (-s).

2. koets - v. (-en), (gemeenz.) bed: komaan jongens, gauw naar de koets;
— (dicht.) sponde: praalbed; huwelijksbed;
— (gew.) bedstede der boerenknechts.

< >