Het begrip knippen heeft 3 verschillende betekenissen:
1. knippen - (knipte, heeft geknipt), snijden (met eene schaar): de nagels knippen; het haar knippen;
— (naaist.) den vorm geven aan eenig kleedingstuk of de deelen ervan; een kleedje knippen;
— figuren van papier snijden met de schaar;
— een of meer knippen geven;
— (fig.) dat is als met een schaartje geknipt, dat is juist of precies afgemeten.
2. knippen - (knipte, heeft geknipt), met een knip- of lichte vingerbeweging raken of doen wegspringen: iem. tegen den neus knippen; pluisjes van zijne mouw knippen;
— (spr.) (Zuidn.) hij mag op zijn vingers knippen, hij mag van geluk spreken.
3. knippen - (knipte, heeft geknipt), vangen (in eene knip); (fig.) met list vangen: hij is gisterenavond door de politie geknipt;
— toespringen (van eene val);
— (Zuidn.) hij kan ze knippen, hij kan geducht drinken;
— met de nagels dooden (ongedierte): luizen knippen (ook knappen).