KNAKKEN, (knakte, heeft en is geknakt), het geluid laten hooren, dat men door knak aanduidt: zijne vingers laten knakken (elders kraken)-, met de vingers knakken; met een knak breken, zonder te scheiden; de wind heeft vele planten geknakt; een knak krijgen de steel der bloem is geknakt; (fig.) nadeel aan iets toebrengen zijne gezondheid is geknakt; dat boompje is geknakt, is zijn frisschen wasdom kwijt; die herhaalde tegenspoed heeft hem geknakt, heeft hem gebroken, zijn lust, opgewektheid, energie, gezondheid verwoest. KNAKKING, v. (-en), het knakken.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk