Wat is de betekenis van Knakken?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

knakken

knakken - Werkwoord 1. breken waarbij de uiteinden nog aan elkaar vast blijven De takjes knakken onder de zware schoenen van de wandelaar. 2. je plotseling machteloos voelen Toen hij hoorde dat zijn kind was overleden knakte er iets in hem. 3....

2024-03-29
Jargon & Slang van Politieagenten en rechercheurs

Marc De Coster (2017)

Knakken

Knakken - een parkeerbon onder de ruitewisser stoppen. Syn.: plakken.

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

knakken

knakken - regelmatig werkwoord uitspraak: knak-ken 1. er een scherpe bocht in maken, waaraan je kan zien dat het gebroken is ♢ hij knakte de roos met opzet 1. het verdriet heeft haar geknakt [ze ka...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Knakken

v., knikke, knieze, knoeije; geknakt worden in zijn gezondheid, de knoei weikrije.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knakken

(knakte, heeft en is geknakt), 1. het geluid laten horen, dat men door knak aanduidt: zijn vingers laten knakken, met de vingers knakken ; 2. (overg.) met een knak breken, zonder de delen te scheiden: de wind heeft vele planten geknakt; een geknakte bies; — (onoverg.) breken zó dat de delen blijven sa...

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

knakken

knakte, b. geknakt (1 een geluid „knak" laten horen; 2 knikken, breken zonder zich af te scheiden; 3 nadeel toebrengen, onherstelbaar kwaad veroorzaken): 1. de vingers laten knakken; 2. die bloemstengel is geknakt, een stormvlaag knakte de mast; 3. zijn gezondheid is geknakt, blijvend verzwakt.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

knakken

('knakkən) (knakte, heeft geknakt) 1. een geluid laten horen, dat door knak wordt uitgedrukt: met zijn vingers -; zijn vingers laten -. 2. met een knak breken zonder te scheiden : de wind heeft veel planten geknakt. 3. nadeel toebrengen aan : de herhaalde werkstakingen hebben de handel geknakt. 4. blijvend verzwakken : zijn gezondheid is ge...

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

knakken

(knakte, heeft en is geknakt), 1. (ono verg.) het geluid laten horen, dat men door knak aanduidt: zijn vingers laten —; 2. (overg.) met een knak breken, zonder de delen te scheiden: de wind heeft vele planten geknakt; (onoverg.) zó breken dat de delen blijven samenhangen, een knak krijgen: pas op, de steel zal —; 3. (overg.) (f...