Gepubliceerd op 24-02-2020

Knak

betekenis & definitie

Het begrip knak heeft 4 verschillende betekenissen:

1. knak - KNAK tw. nabootsing van het knappend geluid, dat het onverwachte, geheel of gedeeltelijk breken van een hard voorwerp veroorzaakt: knak en het lampglas sprong.

2. knak - KNAK m. (-ken), geluid, veroorzaakt door het breken van iets wij hoorden een harden knak; zijn voeten zeggen knak, als hij op zijne kousen of bloote voeten loopt, hoort men een knakkend geluid (in de voetgewrichten); breuk; scheur: de bloem heeft een knak, is geknakt; de vaas heeft een knak; (gew.) deuk: er is een knak in mijn hoed; (fig.) schade, nadeel, vermindering zijn vermogen heeft een geduchten knak gekregen; dit heeft een vreeselijken knak aan zijne gezondheid toegebracht; zijn prestige is een lelijke knak toegebracht.

3. knak - KNAK v. (-ken), sigaar met een knakmodel: een kistje knakken; knakworst.

4. knak - KNAK bn. gestoord, verstoord, boos hij is er knak om; zij zijn knak, oneenig.