Het begrip klepper heeft 4 verschillende betekenissen:
1. klepper - KLEPPER, m. (-s), een der twee houtjes die kinderen tusschen de vingers houden en snel op elkander laten slaan, om daarmede een klepperend geluid te maken een paar eiken kleppers.
2. klepper - KLEPPER, m. (-s), klapperman, nachtwacht.
3. klepper - KLEPPER, m. (-s), paard, rijpaard (in tegenst. met werk-, trekpaard), draver dat is de beste klepper van zijn stal.
4. klepper - KLEPPER, m. (-S), (Zuidn.) iem. of iets buitengewoons in zijn soort: dat zijn kleppers van appelen; Jan is een klepper, een kerel; (ook) een babbelaar.