klepper
1) (19e eeuw) (Vlaanderen, inf.) bekwaam, stoutmoedig iemand; (wielr.) de beste onder de renners. In Vlaanderen wordt dit woord meer algemeen gebruikt voor knappe kerel, bolleboos. Vgl. klasbak*. • Klepper, Buitengewone jongen, iemand die zich onderscheidt door geleerdheid, verstand, bekwaamheid, stoutmoedigheid, deugnietenstreken, enz. 'Ne ge...