KERMISGANGER, m. (-s),
...GANGSTER, v. (-s),
...GAST, m. en v. (-en), bezoeker, bezoekster van de kermis;
...GEJOEL, o. eigenaardige drukte tijdens de kermis;
...GESCHENK, o. (-en);
...GIFT v. (-en);
...GOED, o. (-eren), koopwaar, die het meest in den tijd der kermis trekt, die op de kermis verkocht wordt;
...JONGEN, m. (-s). kermisvrijer;
...KOEK, m. (-en) (v. als stofn.);
...KRAAM, v. (...kramen), uitstalkraam gedurende de kermis;
...MEID, v. (-en);
...MEISJE, o. (-s);
...NACHT, m. (-en), nacht volgende op den ,,besten kermisdag”;
...POP, v. (-pen), kinderpop op de kermis gekocht; (fig.) smakeloos uitgedost, opgeschikt meisje.