Gepubliceerd op 24-02-2020

Gift

betekenis & definitie

Het begrip gift heeft 2 verschillende betekenissen:

1. gift - GIFT, v. (-en), de hoeveelheid van een geneesmiddel die een zieke ineens wordt ingegeven, dosis opium moet in des te kleiner gift worden toegediend, naarmate de lijder jonger is;
— geschenk: eene milde gift; giften en gaven;
— (rechtst.) schenking (het schenken, zoowel als het geschonkene) de giften van hand tot hand (waarbij de overeenkomst wordt voltrokken door de overlevering van de zaak) vereischen geene akte;
— liefdegave, aalmoes, inz. in aanvragen waarin een beroep wordt gedaan op de weldadigheid: eene gift ineens of eene jaarlijksche bijdrage: giften worden ingewacht bij N. N . GIFTJE, o. (-s).

2. gift - GIFT, ook GIF, o. (giften), vergift, venijn: het gif eener slang;
— (fig.) het gif der tweedracht ,
— het gif der beschaving, gezegd door hen die meenen dat de natuurmensch heter van aard is dan de beschaafde;
— gift en gal spuwen, zijn nijd lucht geven.