Wat is de betekenis van gangster?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

gangster

Het begrip gangster heeft 2 verschillende betekenissen: 1) lid van een misdadigersbende. iemand die lid is van een misdadigersbende of criminele organistatie; ook: misdadiger in het algemeen. 2) iemand die niet deugt. iemand die in een of ander opzicht niet deugt. Ook als scheldwoord.

2024-04-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

gangster

(zelfstandig naamwoord) [alg.] bendelid, bandiet - Het veroordeelde maffialid getuigt nu tegen andere voormalige bendeleden.

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gangster

gangster - Zelfstandignaamwoord 1. een lid van een criminele organisatie De gangsters sloegen genadeloos toe. 2. (scheldwoord) iemand die niet deugt 3. (taalkunde) de vrouwelijke vorm van 'ganger' als tweede lid in samenstellingen van zelfstandige naamwoorden, zoals in dubbelgangster of vo...

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gangster

[Eng.] lid van misdadigersbende.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Gangster

lid van een misdadigersbende

2024-04-25
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

gangster

(de, -s), (uitspr. E: geng’ster), (ook, niet alg.:) harde persoon. Pecos omdat hij, als de jongens zijn erf schoongemaakt hebben, als een gangster zegt: De heren worden bedankt voor de bewezen diensten en nu sjodemieter op (Rahman 19). Etym.: E/Am. en AN g. = lid van een misdadigersbende (E gang).

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Gangster

lid van een gang

2024-04-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gangster

gangster, bandiet.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

gangster

bendelid, lid van een (misdadigers)bende, bandiet.