INPLANTEN, (plantte in. heeft ingeplant), in den grond zetten;
— die spier is hier ingeplant, bevestigd; (fig.) inprenten, op het hart drukken : God heeft den mensch die neiging ingeplant; men moet hem de waarheid inplanten. INPLANTING, v (-en).
Gepubliceerd op 13-09-2018
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: