GEMEENZAAMHEID, v. vertrouwelijkheid, vertrouwelijke toon in den omgang: ik verwonder mij over zijne gemeenzaamheid',
— met gemeenzaamheid, zonder omslag of plichtplegingen;
— vertrouwdheid eene niet alledaagsche gemeenzaamheid met de Russische letterkunde;
—
—, (...heden), gemeenzame handeling, bejegening ik ben op die gemeenzaamheden niet gesteld.