Gepubliceerd op 02-09-2018

Gedonder

betekenis & definitie

GEDONDER, o. het gedurige of aanhoudende geluid des donders we hoorden het indrukwekkende gedonder in het gebergte; (fig.) het gedonder van een heftig redenaar; het gedonder van den storm;

gebulder van zwaar geschut: heeft het gedonder der kanonnen en de reuk van het buskruit u niet een beetje verschrikt ?;
— (fig.) daar heb je het gedonder door de glazen (voorheen ook in den toren !), daar heb je het leven gaande daar breekt de bom los!
— het telkens of voortdurend donderen of gebruiken van het woord donder als vloek om alle gebliksem en gedonder geef ik geen zier;
— geduivel, gebrui, gedoe, gezanik, enz. dat gedonder daar moet ophouden; schei uit met je gedonder.