Gepubliceerd op 02-09-2018

G

betekenis & definitie

G, v. (-’s), 7de letter van het alphabet; al de namen of woorden in een adres- of woordenboek, die met g beginnen;

— (in de muziek) benaming van den vijfden toon der diatonische toonladder, van c uitgaande; naam der noot welke dien toon voorstelt;
— benaming der toonsoort waarvan g de grondtoon uitmaakt: eene sonate in g;
— laagste snaar eener viool waarop men klein g voortbrengt;
— in natuurkundige formules meestal: versnelling per seconde door de zwaartekracht aan eenig vallend lichaam medegedeeld, gravitatie;

G.
— Gram;

Gal.
— Galaten, een bijbelboek;

geb.
— geboren;

Gebr.
— Gebroeders;

Ged. St.
— Gedeputeerde Staten;

geëx.
— geëxamineerd;

Gen.
— Genesis, het eerste bijbelboek;

gen.
— genitief;

geol.
— geologisch;

gesch.
— geschiedenis;

gestr.
— gestreng;

get.
— geteekend;

Gez.
— Gezusters, (ook) gezang;

g. g. d. of gr. gem d.
— grootste gemeene deeler;

g. g. v (van-)
— van goede getuigen voorzien (in advertentiën);

Ggld.
— goudgulden;

Gld.
— gulden;

G. M.
— geographische mijl;

G. M. of Glor. Mem.
— gloriosae memoriae, roemrijker nagedachtenis,

gr.
— groot, 2½ cent; (ook) grein;

Gr.
— Grieksch;

gr. 8°
— groot octavo;

Gr. M.
— grootmeester;

grootb.
— grootboek;

g. t.
— gouden tientje;

g. v.
— goed voor;

gymn.
— gymnasium, (ook) gymnasiaal