G, v. (-’s), 7de letter van het alphabet; al de namen of woorden in een adres- of woordenboek, die met g beginnen;
— (in de muziek) benaming van den vijfden toon der diatonische toonladder, van c uitgaande; naam der noot welke dien toon voorstelt;
— benaming der toonsoort waarvan g de grondtoon uitmaakt: eene sonate in g;
— laagste snaar eener viool waarop men klein g voortbrengt;
— in natuurkundige formules meestal: versnelling per seconde door de zwaartekracht aan eenig vallend lichaam medegedeeld, gravitatie;
—
G.
— Gram;
—
Gal.
— Galaten, een bijbelboek;
—
geb.
— geboren;
—
Gebr.
— Gebroeders;
—
Ged. St.
— Gedeputeerde Staten;
—
geëx.
— geëxamineerd;
—
Gen.
— Genesis, het eerste bijbelboek;
—
gen.
— genitief;
—
geol.
— geologisch;
—
gesch.
— geschiedenis;
—
gestr.
— gestreng;
—
get.
— geteekend;
—
Gez.
— Gezusters, (ook) gezang;
—
g. g. d. of gr. gem d.
— grootste gemeene deeler;
—
g. g. v (van-)
— van goede getuigen voorzien (in advertentiën);
—
Ggld.
— goudgulden;
—
Gld.
— gulden;
—
G. M.
— geographische mijl;
—
G. M. of Glor. Mem.
— gloriosae memoriae, roemrijker nagedachtenis,
—
gr.
— groot, 2½ cent; (ook) grein;
—
Gr.
— Grieksch;
—
gr. 8°
— groot octavo;
—
Gr. M.
— grootmeester;
—
grootb.
— grootboek;
—
g. t.
— gouden tientje;
—
g. v.
— goed voor;
—
gymn.
— gymnasium, (ook) gymnasiaal