o. (-ten), gezamenlijke letterteekens eener taal, in bepaalde volgorde: het Grieksche, Latijnsche alphabet;
— al de letters van het alphabet;
— (fig.) een heel alphabet, eene lange lijst, reeks;
— (fig.) er zijn meer medeklinkers dan klinkers in het alphabet, er zijn meer personen die met andere meepraten dan die zelfstandig oordeelen en handelen;
— het alphabet eener wetenschap, het ABC, de eerste beginselen.