Gepubliceerd op 24-02-2020

Druk

betekenis & definitie

Het begrip druk heeft 2 verschillende betekenissen:

1. druk - DRUK, bn. bw. (-ker, -st), vol leven, beweging eene drukke straat, stad; op dit plein is het ’s avonds druk;
— een druk mensch, iem. die veel beweging maakt, praat, gesticuleert;
— hij is te druk in ’t spreken, spreekt te snel, te luid, maakt te veel gebaren;
— zich druk maken (over iets), zich opwinden;
— (schild.) dat werk is te druk, mat door veelheid van figuren of helheid van kleuren het oog af;
— eene drukke stof, met veel bloemen, lijnen, figuren;
— eene drukke zaak, met veel klanten;
— eene drukke betrekking hebben, waarin men veel te doen heeft;
— het druk hebben, vele bezigheden hebben;
— ze hadden het druk over u, ze spraken heel wat over u;
— drukke dagen, waarop men het druk heeft;
— in den drukken tijd, (vooral van handwerkslieden);
— de tentoonstelling werd druk bezocht, had een druk bezoek, werd door velen, vaak bezocht;
— (een) druk gebruik van iets maken, iets vaak gebruiken;
— hij komt nogal druk hier, dikwijls:
— hij maakt het te druk, doet het te veel, (vooral) komt te veel hier;
— druk aan *t schrijven, rijden enz. zijn, zonder ophouden en geheel door ’t werk in beslag genomen.

2. druk - DRUK, m. (-ken), drukking, persing een druk op dit knopje zet de machine in werking; gas onder een druk van drie atmosferen; stoomwerktuig met hoogen druk; vgl. handdruk, nadruk;
— (fig.) de druk der belastingen, het knellende, lastige om ze op te brengen;
— (fig.) onderdrukking onder den druk der slavernij gebukt gaan;
— (fig ) in den druk zijn, in de benauwdheid, in ellende;
— iem. uit den druk helpen, uit de verdrukking, de ellende;
— het drukken, af druk (van letters): een fraaie druk; een onduidelijke druk;
— de derde aflevering is reeds in druk verschenen, verkrijgbaar; een vel druks;
— in druk geven, laten drukken;
— uitgave, oplage; de eerste druk, tweede druk, (van een werk); vgl. afdruk, overdrukje.