Plein o. (-en), eene effen en vlakke plek gronds naast, voor of achter een groot gebouw; plein voor een kasteel, esplanade; plein voor het paleis; voorplein;
— open veld bij een steenoven, waarop de gevormde steenen te drogen liggen;
— (gew.) dorschvloer;
— open ruimte, gewoonlijk bestraat, of tot park ingericht, in eene stad: marktplein; het plein 1813; het Oranjeplein. PLEINTJE, o. (-s).