Wat is de betekenis van druk?

2023-12-06
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

druk

druk - Zelfstandignaamwoord 1. (natuurkunde) pressie, kracht die over een oppervlakte uitgeoefend wordt 2. situatie dat iets of iemand je tot iets dwingt 3. keer dat iets gedrukt is druk - Bijvoeglijk naamwoord 1. weinig tijd hebbend Hij kan dit weekend niet komen want hij is druk....

2023-12-06
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

druk

Kracht waarmee wordt gedrukt. Een materiaal zal daardoor min of meer in elkaar worden geperst. Druk en trek zijn de belangrijkste begrippen in constructies. Zij bepalen de architectuur, omdat bepaalde materialen, zoals natuursteen en baksteen, vrijwel alleen drukkrachten kunnen opnemen en andere, zoals hout en staal, ook trekkrachten.


Direct alle 20 resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-06
ROVC Technische Opleidingen

ROVC - Technisch de beste opleider

Druk

Druk is de drukkracht per oppervlakte-eenheid en druk is een mechanische vorm van spanning.

2023-12-06
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

druk

druk - bijvoeglijk naamwoord 1. wat veel werk met zich meebrengt ♢ het is een drukke tijd tussen Sinterklaas en Kerst 1. het zo druk hebben als een klein baasje [allerlei karweitjes te doen hebben] ...

2023-12-06
Hockey begrippenlijst

Koninklijke Nederlandse Hockeybond (2016)

Druk

Op de balbezitter Druk zetten op de speler in balbezit, om te voorkomen dat deze zonder druk kan gaan lopen met de bal of passen. Bedoeld om de speler in balbezit te dwingen tot fouten of om in balbezit te komen.

2023-12-06
Lexicon Energiemarkt

Jean-Paul Pinon (2003)

Druk

a) term ‘druk’ niet nader bepaald is (Veiligheidsbesluit gasvervoer). b) De effectieve druk, met andere woorden, de druk gerekend boven de luchtdruk, indien de term ‘druk’ niet anders gepreciseerd is (Tariefstructuur vervoersnet aardgas). De overdruk van het medium in het systeem, gemeten onder statische omstandigheden. Zi...

2023-12-06
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Druk

1. - op de Heuvel voelen,jeuk op het hoofd hebben. Vooral in de vragende vorm: druk op de Heuvel? De uitdr. wordt vooral gebruikt te Tilburg, waar ‘De Heuvel’ de naam is van een plein. 2. - op het roer voelen,seksueel opgewonden zijn. Roeris hier een metafoor voor het mannelijk lid. (Vgl. me roer;vgl. ook Duits slang Druck auf derFlöte/Kanne/Nille/...

2023-12-06
Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Druk

Zie: luchtdruk

2023-12-06
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

druk

1. alle exemplaren van een publikatie die te eniger tijd van hetzelfde of grotendeels hetzelfde zetsel zijn gedrukt. 2. keer dat een uitgave gedrukt wordt, bijvoorbeeld 3e druk. - editie. 3. document waarin tekst en/of afbeeldingen via een drukprocédé zijn vastgelegd, in het bijzonder in tegenstelling tot het handschrift. - gedrukt b...

2023-12-06
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Druk

is de kracht die (per eenheid van oppervlakte) loodrecht op het oppervlak inwerkt. B.v. luchtdruk, waterdruk. Druk wordt gemeten in newton per m2, atmosferen of bar.

2023-12-06
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

druk

In toep. op stoffen: dessin. Blouse, polyester-katoen: 195,- met rok, verschillende druks, 100% katoen, Mech. 25/5/1978.

2023-12-06
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Druk

1. s., druk; (benauwenis), binearing; liefkozendevan hand of lippen, triuwer, triuwke (it); (wijze van drukken oplaag), printinge; in dezitten, yn ’e fordrukking sitte. 2. adj. & adv., drok, bannich, bandich biset; (opgewonden), heisterich, wyld oeral(lich),...

2023-12-06
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Druk

I. m. (-ken), 1. de werking van drukken of de omstandigheid dat iets drukt, stuwende kracht op een oppervlak teweeggebracht: druk uitoefenen; onder druk zetten, staan; een druk van 3 kg per cm-, zo groot als het gewicht van 3 kg ; gas onder een druk van drie atmosferen; lage, hoge druk; hydraulische druk ; 2. keer dat men drukt: een druk op de kno...

2023-12-06
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Druk

kracht per cm2 die een gas of vloeistof op de omgeving uitoefent. Als eenheid van druk bezigt men de atmosfeer die gebaseerd is op de gemiddelde luchtdruk van 76 cm kwik. 1 atmosfeer = 76 x 13,6 = 1033 gram-gewicht/cm2. In het centimeter-gramseconde stelsel wordt de druk gemeten in dynes* per cm2; 1 atmosfeer = 76 x 13,6 X 0,981 = 1013,25 millibar*...

2023-12-06
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Druk

of boekkunst. Met de herleving van de kunstnijverheid omstreeks het begin van de 20ste eeuw, begon zich ook voor het boek, als samengesteld voorwerp van ambachtelijke kunst, een nieuwe belangstelling en liefde te ontwikkelen. Wijdden voorlopers als A. J. Der Kinderen, G. W. Dijsselhof, Lion Cachet, R. N. Roland Holst, Van Hoytema e.a. zich v...

2023-12-06
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

druk

I. m. drukken (1 v. e. mechanische kracht: de handeling van drukken; de kracht, die, het gewicht, dat op of tegen iets drukt; een keer, dat men drukt inz. iem. de hand drukt; 2 met betrekking tot maatschappelijke of geestelijke krachten: belemmerende, drukkende, hinderende omstandigheid; ook: verdriet, kommer; 3 van geschriften, afbeeldingen: de ha...

2023-12-06
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Druk

i/d natuurkunde: kracht die o/e oppervlak werkt, uitgedrukt in → atmosferen.

2023-12-06
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Druk

drukking, ontstaat steeds wanneer de beweging van een lichaam verhinderd, derhalve de werking eener kracht door een andere kracht opgeheven wordt.

2023-12-06
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Druk

Het begrip druk heeft 2 verschillende betekenissen: 1. druk - DRUK, bn. bw. (-ker, -st), vol leven, beweging eene drukke straat, stad; op dit plein is het ’s avonds druk; — een druk mensch, iem. die veel beweging maakt, praat, gesticuleert; — hij is te druk in ’t spreken, spreekt te snel, te luid, maakt te veel gebaren; &...

2023-12-06
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Druk

Druk, m. gmv. drukking, persing; (fig.) onderdrukking; nood, ellende, benaauwdheid; onder den - der slavernij gebukt gaan; het drukken, afdruk (van letters); een fraaije -; een onduidelijke -; in - geven, uitgeven, openbaren (door den druk), (in ruimeren zin) uitgave, oplage; de eerste -, tweede - (van een werk). *-, bn. zie DROK. *-BAL, m. (-len),...