Gepubliceerd op 02-09-2018

Doofpot

betekenis & definitie

DOOFPOT, m. (-ten), pot waarin men turven of kolen dooft;

— (fig.) die zaak is in den doofpot, door of ter wille van hen die er nadeel (schande enz.) door zouden lijden, is gezorgd, dat men niets meer van de zaak hoort: iets in den doofpot stoppen;
— (scherts.) benauwd, klein vertrek;
— kleine vesting.