Wat is de betekenis van dierbaar?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dierbaar

dierbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. waaraan men grote waarde hecht en waarvan je veel houdt Een dierbare vriend van ons is komen te overlijden. Woordherkomst Afgeleid van dier met het achtervoegsel -baar Verwante begrippen geacht, geliefd, kostbaar, lief, waardevol

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dierbaar

dierbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: dier-baar 1. op wie je gesteld bent ♢ mijn oma is me erg dierbaar Bijvoeglijk naamwoord: dier-baar ... is dierbaarder dan ... het dierbaarst...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

dierbaar

(baie) gelief; gaaf.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dierbaar

adj., dierber, djûr.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dierbaar

bn. (-der, -st), 1. waaraan men grote waarde hecht, na aan het hart liggend, geliefd : de vrijheid is ons dierbaarst kleinood; ons dierbaar vaderland; een enig kind, een dierbaar pand; de wetenschap blijft mij dierbaar; — mijne dierbaren, vader, moeder, kinderen; 2. (veroud. of iron.) vervuld of getuigend van treffende vroomheid: di...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dierbaar

bn.; dierbaarder, -st (waaraan men grote waarde hecht; waard, geliefd): dierbare ouders een dierbare gedachtenis; de -ste belangen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dierbaar

('di:r) bn. (-der, -st) na aan het hart liggend : ...bare ouders; een ...bare gedachtenis. Syn. lief, waard.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dierbaar

bn. (-der, -st), waar men grote waarde aan hecht, na aan het hart liggend, geliefd: de vrijheid is ons dierbaarst kleinood; ons dierbaar vaderland; een enig kind, een dierbaar pand; de wetenschap blijft mij dierbaar; mijn dierbaren, vader, moeder, kinderen.