Gepubliceerd op 02-09-2018

Dienen

betekenis & definitie

DIENEN, (diende, heeft gediend), in eene afhankelijke betrekking tot iemand staan en op zijn bevel of te zijnen behoeve zekere handelingen verrichten die minister heeft zijn vorst trouw gediend; die knecht heeft ons lange jaren trouw gediend;

— bij iem. dienen, als dienstbare (knecht, meid, kok, tuinman enz.) bij hem aan huis zijn;
— den Staat, de Kerk dienen, een staatsambt, kerkelijk ambt bekleeden;
— de waarheid dienen, haar overal zoeken en verbreiden;
— de zonde dienen, een zondig leven leiden;
— God dienen, Hem vereeren, en zijn gebod trachten te volbrengen;
— (Zuidn.) (zonder object) eene bedevaart doen;
— afgoden dienen, vereeren, aanbidden; men kan geen twee heeren dienen;
— (van een misdienaar) de mis dienen, bij den heiligen dienst helpen;
— (zonder object)
soldaat zijn hij heeft zes jaar gediend; de oudste zoon heeft moeten dienen; (ook in dezen zin) het vaderland, den koning dienen;
— (zonder object) de tafel dekken en de spijzen en dranken onder , den maaltijd opbrengen; vgl. tafeldienen, opdienen, voordienen;
— iemands belangen dienen, bevorderen, voor; staan;
— iemand met iets dienen, hem er voordeel, een genoegen mee doen;
— waarmee kan ik u dienen ? wat wilt ge gebruiken ?;
— hij was er niet mee gediend, hij was er ontevreden over;
— hij was er niet van gediend, hij had er geen zin, geen trek in, moest er niets van hebben;
— zich laten dienen, zijn gemak zoeken;
— iemand van antwoord dienen, hem antwoord, bescheid geven;

; (ook) van bericht, van advies dienen;
— om a te dienen, beleefdheidsformule;
— daar zal ik hem op dienen, ik zal hem met duchtige argumenten weerleggen, (ook) naar aanleiding daarvan zal ik hem eens de waarheid zeggen;
— dat dient mij, komt mij te pas;
— die knecht dient mij niet, zoo een knecht is niet geschikt voor mij;
— dat voedsel dient niet voor zwakke magen, is niet geschikt, niet dienstig;
— die bewering dient niet tot de zaak, betreft de besproken zaak niet, brengt ons niet verder;
— die feiten dienen tot bewijs, zijn als zoodanig bruikbaar;
— waartoe dient die machine ? waarvoor wordt zij gebruikt ?
— dat dient nergens toe, is nutteloos:
— deze (brief) dient om u te melden, is dienende u te melden, dat..., strekt daartoe;
— ijs en weder dienende, wanneer ijs en weder gunstig zijn (vaste formule hij het uitschrijven van hardrijderijen op schaatsen);
— behooren, moeten dat dient gij te weten; eene bewijsvoering dient volkomen logisch te zijn;
— dat dient gezegd, dat kan men niet ontkennen;
— door de rechtbank in behandeling genomen worden wanneer zal die zaak dienen ? voorkomen; zijne zaak heeft voor ’t kantongerecht gediend;
— op den dienenden dag, waarop de zaak behandeld wordt.