Gepubliceerd op 02-09-2018

Dalen

betekenis & definitie

DALEN, (daalde, is gedaald), geleidelijk omlaag gaan, eene lagere plaats gaan innemen als men de klep opent, daalt de ballon; de waterspiegel daalt bij ebbe;

— de zon daalt reeds, de avond is nabij;
— de avond daalt, het wordt avond;
— in het graf dalen, sterven;
— hij is zeer in mijne achting gedaald, ik acht hem minder;
— zijne stem daalde meer en meer, hij sprak hoe langer, hoe zachter;
— de graanprijzen dalen, worden lager, minder;
— de actiën dalen, worden minder waard, (fig.) de zaak wordt minder goed, het vertrouwen vermindert. DALING, v. (-en), het naar beneden komen; vermindering: de daling der fondsen; op daling speculeeren, (in fondsen) contramineeren;
— verkoop op daling, contramine.