Gepubliceerd op 01-09-2018

Botersaus

betekenis & definitie

BOTERSAUS, v. (-en);

...SCHAAPJE, o. (-s), klompje boter in den vorm van een schaapje, waardoor de boterboeren hun klanten de eerste grasboter laten proeven;
...SCHOTEL, m. (-s);
...SEPARATOR, m. (*s), waarmee de vetdeelen uit de melk worden gehaald;
...SPAAN, v. (...spanen), plat werktuig om boter uit te spitten; (gemeenz.) groote snijtanden voor in den mond;
...SPEET, v. (...speten);
...SPRITS, v. (-en), zeker gebak;
...STANDE, v. (-n), (Zuidn.) kuip waarin men na het karnen de boter kneedt om ze vast en malsch te krijgen;
...STEMPEL, m. (-s);
...STOF, v. (scheik.) zekere zelfstandigheid in de boter; butyrine;
...STOLP, v. (-en), overdekt botervlootje, vaak van glas.

< >