BOORHOORN, m. (-s), zeker geslacht van hoornslakken (terebra), met zeer verlengd torenvormig en puntig huisje;
...HOUDER, m. (-s), kniegeleding aan eene zwengelboor om de beweging van het boorijzer in eene andere richting over te brengen;
...HOUT, o. (-en), houten gedeelte eener boor.