BEHOUD, o. het in stand houden of het in stand blijven van iets het behoud van den godsdienst;
— (nat.) wet van het behoud van arbeidsvermogen, wet die leert dat geen arbeidsvermogen kan worden vernietigd of uit niets ontstaan;
— verlof met behoud van traktement, terwijl het traktement toch uitbetaald wordt;
— mannen van het behoud, conservatieven;
— het in stand houden of blijven van iemands leven of welzijn zijn behoud hing ervan af; zijn behoud in de vlucht zoeken, zijne redding;
— die vergissing was zijn behoud, daaraan had hij zijne redding te danken.
